Luisteren naar je kind

Compassion, By Irene

 

 

 

 

 

 

 

 

Tienerkinderen in de overgang van spiegelgedrag naar meer zichzelf zijn.

Ik zit op de rand van het bed van mijn kind. Er is veel verdriet en onmacht, een vleugje boosheid en een groot stuk gevoel van onrecht. Met mijn hand op de rug van mijn kind, aaiend, er zíjn. De emotie er laten zijn en laten weten dat ik er ben. Dat ik achter ze sta. Ik voel ook mijn onmacht: wat kan ik er nog meer mee doen? We hebben er al eerder overgepraat maar deze keer is de emotie wel heel hoog. Er is sprake van zwart gemaakt zijn in het vriendengroepje; kinderen worden tegen elkaar opgezet: jij bent mijn vriend(in) en jij niet meer en jullie moeten ook geen vriend meer zijn met – in dit geval – mijn kind. Het verdriet is enorm: eruit gestoten zijn; er niet bij mogen horen. Ik kan er nu alleen maar zíjn. Wat kan ik nog meer? Een gevoel van op hoge poten naar de betreffende ouders willen gaan, is aanwezig. Maar ik weet dat pesters zelf ook niet lekker in hun vel zitten.

Spiegelgedrag
Ik heb bijna hetzelfde verhaal met twee kinderen meegemaakt, op de grens van basisschool en middelbare school. 11/12 jaar. Mijn kinderen hebben eerder veel meer spiegelgedrag vertoond, waren niet echt zichzelf. Ze spiegelden onder andere mijn onzekerheid en verlegenheid. Mijn eigen niet weten wie ik werkelijk ben en hoe ik mij staande moet houden in de wereld. Proberen me aan te passen aan anderen om erbij te horen, ook al paste dat niet bij wie ik ben. De voorafgaande jaren was ik steeds meer tot de ontdekking gekomen dat mijn kinderen vaak zichzelf niet waren en stimuleerde hen te gaan voelen wat voor hén belangrijk was en waar zij voor wilden kiezen. Het maakt dat mijn kinderen het ene moment nog spiegelgedrag gebruiken en het andere moment al vanuit henzelf handelen en voelen. Tel daarbij op de aanstaande hormonale veranderingen van de puberteit en je weet dat dit geen fijne tijd is om dubbel onzeker te zijn van wie je bent.

Ook de pesters zullen spiegelgedrag vertonen. In dit geval ken ik beide ouderparen en het is zeker geen geval van ‘asociale ouders die hun kinderen op laten groeien als nietsontziende personen’: alles in het belang van jezelf. Die ouders ben ik wel tegengekomen op scholen waar ik lesgaf. Deze – en vele ouders – zullen niet door hebben dat hun kinderen gedrag van henzelf spiegelen en daarmee niet zichzelf zijn. Ik weet niet wat het patroon was dat deze kinderen spiegelden maar beide kinderen probeerden krampachtig hun plaats te behouden als ‘leider van het vriendengroepje’. Door middel van tegen elkaar uitspelen, hun regels opleggen en dominant gedrag, wilden ze de baas spelen. Dit zag ik wel. Maar waarom zo sterk ineens tégen mijn kinderen. Het gaat me niet om mijn ‘eigen bloedjes van kinderen’. Alle kinderen in deze dynamiek en vergelijkbare situaties zijn slachtoffer van de situatie waarin ze proberen te roeien met riemen die ze denken te hebben.

Dit soort dingen bedenk ik me terwijl ik op de rand van het bed bij mijn kind zit, vol verdriet om het verdriet van mijn kind. Maar wat is er nu werkelijk aan de hand? Wat kan ik ermee. Wat ik vaker doe in situaties waarin het overzicht kwijt ben, ga ik stoppen met denken. Ik word stil in mezelf. Het is een soort meditatie ‘stand’ waarin ik geleerd heb om mijn gewone gedachten langs te laten gaan en naar mijn ademhaling ga luisteren. Als ik erin zit, kan ik naar mijn hart luisteren. Daar zitten alle antwoorden; daar maak ik ook contact met het hart van de ander, die zelf ook alle antwoorden heeft maar er zelf niet bij kan. En in de stilte valt mij informatie in. Een ingeving of doorkrijgen van waar het om gaat; wat op dit moment van belang is om te weten.

Authentiek
Ik ‘hoor’ dat dit komt omdat mijn kind meer zichzelf wordt. Mijn kind gaat meer en meer handelen vanuit eigen hart en is daarmee authentiek aan zichzelf. Ten eerste ontstaat daardoor een natuurlijk leiderschap. Een leiderschap gebaseerd op gelijkwaardigheid: ieder is even belangrijk en niemand hoeft een ander te domineren. De pesters in deze verhalen raakten daarmee hun ‘plek’ kwijt. En probeerden deze met man en macht terug te krijgen: de ander zwart maken en de rest voor zich winnen tégen in dit geval mijn kind. Behalve dat dit voor mijn kind erg vervelend was, was met name één van mijn kinderen ook erg verontwaardigd dat de anderen uitgespeeld werden tegen elkaar. De vriend(innen) werden als ‘beste vriend(in)’ bestempeld maar als ze niet deden wat van ze verwacht werd, werden ze gewoon weer gedropt en een ander als bff ‘aangesteld’. ‘Zo ga je niet met elkaar om!’ was een duidelijk punt voor mijn kind en probeerde op te komen voor de anderen. Nog een teken van natuurlijk leiderschap.

Ten tweede is het voor mensen die niet zichzelf zijn, vaak eng om iemand te zien die dat wel is. Dingen durft die bij hun hart passen terwijl ze het zelf niet durven. Ze worden daardoor vaak krampachtiger en nietsontziender.

 

Compassie
Wat konden we er vervolgens mee: compassie voor de onwetendheid van de ander – ze zijn zich niet bewust van wat ze precies doen; compassie voor zichzelf: je bent niet ‘gek’ dat je anders bent en authentiek aan het worden bent. Het is nog een kwestie van tijd voordat dat gemakkelijker afgaat maar het gaat ergens heen wat prettiger gaat zijn voor ze. Ik legde de dynamiek uit en dit hielp hen wat makkelijker om te gaan met de situatie, konden beter kiezen hoe ze zich op wilden stellen en hoe ze nog meer zichzelf konden zijn.

Ik was en ben nog lerende erin, heb nog eigen patronen die mij niet helemaal dienen en mijn kinderen ook nog. Helemaal opgelost is het nog niet. In deze beide gevallen hielp het om úit de dynamiek te gaan – ze gingen naar andere scholen (de middelbare school) – zodat ze in nieuwe dynamieken vanaf een nul-punt konden beginnen om te kijken hoe ze verder gaan met zich dit eigen maken. Er is in dit geval niet echt een terugkoppeling geweest met de ‘pesters’ en hun ouders. Hun leermoment van déze situaties is nog niet aan de orde gekomen. Misschien een gemiste kans maar die komt vast nog wel weer. Zowel voor ons als voor hen. In ieder geval gaat het met mijn ene kind al best heel goed en de ander is daarnaar onderweg. Zij, en ik, want we spiegelen nog geregeld dingen bij elkaar, leren steeds meer onszelf, authentiek, te zijn, durven uitkomen dat we anders reageren en zijn en dat dat oke is.

 

Update een paar jaar later:

Deze twee tieners zijn doorgegroeid in hun authenticiteit. Met name de oudste van deze twee is heel authentiek. Wat opvallend is, is dat waar dit kind eerst erg op mij leek – vanwege de spiegelingen voor mij – blijkt ze volstrekt anders te zijn dan ik ben nu ze mij niet meer hoeft te spiegelen op de grotere karakterpunten. Ze heeft haar natuurlijke leiderschap in balans gebracht en trekt niet meer personen aan die haar spiegelen dat dit opkwam en nog niet in balans was. En mocht ze disrespecvol gedrag tegenkomen dan wijst ze ze daar op een eerlijke, directe en respectvolle manier op. Ook de ander is aardig in balans en een paar van de kinderen die hem ooit pestten, zijn nu zijn vrienden. Hij staat voor zichzelf en laat bij hen niet meer de kaas van zijn brood eten. Evengoed is het niet eenvoudig voor tieners om in de puberleeftijd te leren authentiek te worden. Ze hebben niet alleen te maken met de onzekerheden door rondwervelende hormonen maar ook van het ontrafelen van wat écht bij je past en wat je opdoet door bestaande conditioneringen om je heen. De meesten die het bewustwordingspad opgaan, doen dit voorbij de puberleeftijd en dat scheelt wel met de omstandigheden waar tieners mee te maken hebben. Ik begeleid ze hier dan ook veel in. Maar het is daarom dat ik aanraad je kinderen al te begeleiden vanaf hun geboorte. Wat mogelijk is als je zoveel mogelijk doorhebt waar je zelf authentiek bent of reageert volgens oude conditioneringen. Zodat ze zelf niet (zoveel) te maken krijgen met jou hoeven spiegelen en overtuigingen van mensen om hen heen bij heb vast komen te zitten. Dat ze vanaf het begin zoveel mogelijk bij zichzelf kunnen blijven. Evengoed is het niet te laat om het later op te pakken.

Deel dit bericht: